27 mei Terugblik Hollandse Avond EBCC: multidisciplinaire behandeling van borstkanker in de schijnwerpers

Een avond met een echt multidisciplinair karakter. Hiermee onderstreepte de Hollandse Avond, gehouden tijdens de 14e European Breast Cancer Conference (EBCC) die van 20 tot 22 maart jl. plaatsvond in Milaan, het belang van een multidisciplinaire behandeling bij borstkanker. Verschillende sprekers gaven een update van interessante presentaties op het gebied van de pathologie, radiotherapie en chirurgie die tijdens de conferentie gehouden werden. “We kunnen trots zijn op het onderzoek dat we in Nederland neerzetten”, aldus voorzitter van de NVCO-werkgroep mammachirurgie José Volders (chirurg in het Diakonessenhuis Utrecht).

Update pathologie

Het spits werd afgebeten door Pieter Westenend (patholoog in het Albert Schweitzer Ziekenhuis). “Tijdens een multidisciplinair congres als de EBCC kijk ik altijd uit naar nieuwe diagnostische markers. Die waren er dit keer niet, maar er was wel aandacht voor een genexpressietest waarmee de kans op een respons op immunotherapie bepaald kan worden.” Om behandelingen verder te kunnen individualiseren is het ook belangrijk te kijken naar de histologische subtypes bij borstkanker, bleek tijdens de EBCC. “Zo heeft het adenoïd cystisch carcinoom, een subgroep binnen de triplenegatieve tumoren, een relatief goede prognose en zou dan ook minder agressief behandeld hoeven worden dan klassieke triplenegatieve borstkanker.” Ook het invasief lobulair carcinoom wordt als een aparte entiteit gezien, met een eigen beloop. “Bij deze vorm komen relatief vaak mutaties in het HER2-gen voor, wat een mogelijk therapeutisch aangrijpingspunt is.”

Update radiologie

Op het gebied van de radiotherapie besprak Annemarie Schmitz (radioloog in het Deventer Ziekenhuis) een ‘rising star’: de contrastmammografie. “Hoewel er met een MRI geen sprake is van blootstelling aan straling, is contrastmammografie makkelijker toegankelijk en goedkoper dan MRI, en kent de techniek een vergelijkbare sensitiviteit en specificiteit. Ik denk dat contrastmammografie in veel centra de MRI zal gaan vervangen.” Een andere veelbelovende techniek is de vacuümexcisie voor kleine mammatumoren, waarmee op dit moment verschillende studies lopen. Daarnaast was er tijdens de EBCC aandacht voor echografie van de axilla. Schmitz: “Het probleem met deze techniek is dat bij minder dan 50% van de patiënten lymfkliermetastasen in de axilla gevonden worden.” Maar in plaats van het aantonen van een verdachte lymfklier, is echografie van de axilla goed geschikt voor het uitsluiten van gevorderde axillaire ziekte uit te sluiten. De accuratesse nadert de 100%, zo werd tijdens de conferentie getoond. “Enkele studies (onder andere de SOUND-studie) hebben nu aangetoond dat er geen verschil is in overleving of het optreden van een lokaal recidief als de schildwachtklierprocedure achterwege gelaten wordt bij bepaalde categorieën patiënten met een negatieve echografie van de axilla.”

Update chirurgie

Didi Sloothaak (fellow oncoplastische chirurgie, Antonius Ziekenhuis) gaf een update van de chirurgische sessies. “Er was een mooie sessie over het wel of niet uitbreiden van chirurgie voor stagering om in te kunnen schatten of adjuvante therapie zinvol is of niet. Dat vinden wij als chirurgen eigenlijk geen goed idee.” Daarnaast bleek het belangrijk bij oncoplastische chirurgie ook na te denken over de gevolgen voor de radiotherapeutische behandeling. De boodschap hier: “We moeten als chirurgen goed met radiotherapeuten communiceren en hen bij het multidisciplinair overleg betrekken.” Tijdens de conferentie werd daarnaast ingegaan op de rol van radiotherapie in de BOOG 2013-08-studie. Sloothaak: “Het blijkt dat de stralingsdosis op de axilla erg laag is en het dan ook onwaarschijnlijk dat die van invloed gaat zijn op het recidiefpercentage in de oksel. Het gaat heel interessant zijn wat de uiteindelijke resultaten van de studie, die in 2025 verwacht worden, ons gaan brengen.”

‘Multidisciplinarity is at the heart of breast cancer management’, stond te lezen op de website van de 14e European Breast Cancer Conference. “En multidisciplinair werken kunnen we in Nederland gelukkig heel goed”, sloot Marleen Kok, internist-oncoloog in het Antoni van Leeuwenhoek de Hollandse Avond af.

De Hollandse Avond werd georganiseerd door de werkgroep Mammachirurgie van de Nederlandse Vereniging voor Chirurgische Oncologie en gesponsord door Agendia® en Exact Sciences. Met dank aan Pauline Spronk, chirurg i.o. in het Leids Universitair Medisch Centrum, voor de organisatie.