Deel 1.3 betreft patiënten met borstkanker tijdens de zwangerschap.
Naar schattig worden 1 op 1000 – 1500 vrouwen jaarlijks geconfronteerd met kanker tijdens de zwangerschap. De meest voorkomende maligniteiten zijn borst- en cervixcarcinoom, leukemie, lymfoom en melanoom. De behandeling van deze vrouwen is uitdagend, en lijkt soms weinig verenigbaar met de groei en ontwikkeling van een gezonde foetus. Bezorgdheid rondom de teratogene effecten leiden in het verleden dikwijls tot zwangerschapsafbreking. De tot nu toe, gelimiteerde retrospectieve data hebben aangetoond dat chemotherapie in het tweede trimester geen direct schadelijk effect heeft op de foetus. Echter de data is zoals gezegd beperkt. Het doel van deze studie is om de gevolgen voor moeder en kind beter in kaart te brengen. De CIP studie is een grote database met allerlei oncologische diagnoses. Deel 1.3 is specifiek voor zwangeren met borstkanker.
Studiecoördinator:
Dr. C.P. Schröder
Afdeling Medische Oncologie
Registratiedeel:
Alle patiënten met de diagnose kanker tijdens de zwangerschap of in het eerste jaar postpartum, ongeacht de uitkomst van de zwangerschap (beëindiging, spontane abortus, of succesvolle bevalling) of behandeling van de ziekte.
Patiënten met een verminderde of veranderde mentale status die de studie daardoor onvoldoende kunnen begrijpen om geïnformeerde toestemming te kunnen geven voor deelname.
Patiënten die de patiënteninformatiefolder niet kunnen lezen, door een andere taal.