De werkgroep mammachirurgie is opgericht in 2012 als werkgroep binnen de NVCO. De eerste voorzitter was Dr. Hester Oldenburg, opgevolgd door Dr. Thijs van Dalen en vervolgens Dr. Marjolein Smidt. Het doel van de werkgroep is het verenigen van de chirurgen in Nederland die zich bezig houden met maligne en benigne mamma pathologie. De werkgroep wil zich op deze wijze inzetten voor de kwaliteit van zorg voor de borstkanker patiënt, het onderwijs aan toekomstig mammachirurgen en wil bovendien een platform bieden voor wetenschappelijke ontwikkelingen van de borstkanker zorg. Daarnaast is er tevens een subgroep die zich inzet voor de positionering van de mammachirurg.
Borstkanker is nog steeds de meest voorkomende vorm van kanker bij vrouwen in Nederland met ongeveer 17.000 nieuwe patiënten per jaar. De zorg voor borstkanker patiënten is in de afgelopen jaren veranderd. Behandelingen zijn steeds effectiever geworden waardoor vrouwen gelukkig steeds langer in leven blijven wat maakt dat de kwaliteit van dat leven ook steeds belangrijker is. Trend van de afgelopen jaren is ‘behandeling op maat’ waarbij het multidisciplinaire karakter van de borstkanker behandeling alleen nog maar meer wordt benadrukt.
Het afgelopen decennium heeft de praktijk van de borstchirurg (mammachirug) een ander aanzien gekregen. Waar de zorg voor patiënten met borstaandoeningen lange tijd onderdeel van de algemene praktijk van vele chirurgen is geweest, is er inmiddels een toenemend aantal chirurg-oncologen die zich profileren als borstchirurg. In Nederland zijn er ongeveer 600 oncologisch chirurgen waarvan er 150 lid zijn van de werkgroep mammachirurgie van de NVCO.
Borstchirurgie omvat kennis en kunde over het volledige diagnostische- en behandeltraject van een patiënt met borstkanker, van een patiënt met een benigne of premaligne afwijking van de borst en van de patiënt met een hoog risico op het ontwikkelen van borstkanker. De borstchirurg is de coördinerende specialist bij de afstemming van de multidisciplinaire behandeling van een patiënt met een afwijking in de borst.
Het inzicht dat de borstchirurg de primaire dokter van deze patiënten is, komt met de opdracht ieders kennis en inzicht te optimaliseren over de volle breedte van het diagnostisch-en behandeltraject van borstafwijkingen. Dit is ook noodzakelijk om leiding te geven aan het multidisciplinaire team. Een aantal elementen in het veranderende landschap van de zorg van patiënten met borstaandoeningen verdienen hierbij de aandacht.
voorzitter
secretaris / subgroep
positionering en profilering
lid / subgroep
kwaliteit
lid / subgroep wetenschap
lid / subgroep onderwijs
lid / subgroep
onderwijs
AIOS / subgroep onderwijs
Dr. R.R.J.P. van Eekeren
Dr. M.M.F Aubuchon
Dr. A.B. Francken
Dr. M.L. Hoven- Gondrie
Dr. A. Jillesen
Drs. M.S. Schlooz-Vries
Dr. L.E. Duinhouwer
Dr. E.L. Postma
Dr. M.A. Beek
Dr. P.E.R. Spronk
Dr. T van Keeken-Visser
Dr. E.C.M. Zeestraten
Dr. I.M.C. van der Ploeg
Dr. M.E.E Bröker
Dr. F.H van Duijnhoven
Prof. Dr. M.L. Smidt
Drs. C. van der Pol
Dr. C.T.I. de Betue
Dr. G.M. Struik (AIOS)
Dr. A.M. Schrijver
Drs. N. Vermulst
Dr. F.P.R. Verbeek
Dr. C.A. Drukker
Dr. C. de Jonge
Dr. A. Kuijer (AIOS)